-
1 lean
adj. mager, schraal; karig, armzalig--------n. mager (vlees); neiging--------v. leunen; overhellen; zetten; steunen; aanleunen; ombuigen; buigen, verbuigenlean1[ lie:n] 〈zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉1 schuinte ⇒ schuine/scheve stand, (over)helling♦voorbeelden:————————lean2〈bijvoeglijk naamwoord; leanness〉2 karig ⇒ arm(zalig), weinig opleverend♦voorbeelden:lean years • magere jaren————————lean31 leunen ⇒ steunen, steun zoeken♦voorbeelden:lean over to someone • zich naar iemand overbuigen¶ 〈 figuurlijk〉 lean over backwards • zich in (de gekste) bochten wringen, alle mogelijke moeite doenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Gallium — Eigenschaften … Deutsch Wikipedia
Cannabis als Rauschmittel — Blätter der Hanfpflanze Marihuana … Deutsch Wikipedia
Cyanidlaugerei — Eigenschaften … Deutsch Wikipedia
E175 — Eigenschaften … Deutsch Wikipedia
Freigold — Eigenschaften … Deutsch Wikipedia
Gelbgold — Eigenschaften … Deutsch Wikipedia
Goldgewinnung — Eigenschaften … Deutsch Wikipedia
Mehrfarbgold — Eigenschaften … Deutsch Wikipedia
Methanol — Strukturformel Allgemeines Name Methanol Andere Namen … Deutsch Wikipedia
Rotgold — Eigenschaften … Deutsch Wikipedia
Seifengold — Eigenschaften … Deutsch Wikipedia
